We ontbijten samen met Steffan, Laurene is al weer vroeg aan het werk. Warner heeft haar nog wel gesproken, maar ik sliep iets langer.

Om ongeveer half 11 vertrekken we naar downtown Port Townsend.

Het is de eerste dag dat het ronduit regent. We bekijken de benedenstad met al zijn winkeltjes en vinden een tea house. Je kunt er alleen maar thee drinken, maar wel kiezen uit 218 soorten. We nemen er een muffin bij. Daarna nemen we de volgende ferry: naar Coupeville.

Vandaar rijden we naar Burlington, waar we tanken. Het is druk onderweg, maar het is natuurlijk ook zaterdagmiddag en de streek is hier erg toeristisch. We stoppen bij Deception Pass, een hoge brug over een diepe kloof met water, tussen meerdere eilanden. Leuk en indrukwekkend om te zien.

Vanaf Burlington nemen we de snelweg naar Bellingham. We hebben besloten om opnieuw in Travellodge Langley te overnachten. Voor de grens tussen Canada en de USA, staan we 80 minuten in de rij voor de paspoortkontrole. 2 bevriende buurlanden!! Ze kunnen van Europa nog heel wat leren. Niet normaal dit, maar we weten nu wel weer waarom John en Treesje altijd zo verbaasd waren als wij "zomaar" Duitsland in kunnen rijden. Bij het hotel blijkt dat ze alleen nog luxe kamers hebben en dat de weekeindeprijzen tellen. We betalen nu voor 1 nacht bijna net zo veel als voor 2 de vorige keer. 's Avonds rijden we naar Kentucky Fried Chicken, want dat moet je toch ook eenmaal hebben gegeten als je in Canada of de VS op vakantie bent. Daarna nemen we een veel te groot softijs bij de Diary Queen, als toetje. De avond zitten we lekker rustig op onze hotelkamer.
Morgen naar Vancouver. Maandag naar Nederland.