Vanmorgen vertrokken bij de camping vlak aan zee. Een rimpelloze zee, al kwam er gisteravond nog een flinke wind voorbij, maar duurde niet lang. Vanaf het strand via Laurencekirk en Feitercaim naar Edzell Castle gereden. Dat ligt net in het graafschap Angus, van het rundvlees. Het kasteel was in de ene gids een ruïne en in de andere een heel kasteel. Het was het eerste. Maar we gingen voor de kasteeltuinen, die mooi en intiem zouden zijn. Dat klopte, al waren veel rozen uitgebloeid en veel kleine bloemetjes ook, zoals gipskruid. Er waren wel erg veel mooie sierstenen met voorstellingen: van de oude goden, van alle wetenschappen en sterrenbeelden. De bloemversieringen in de tuinmuren waren in de kleuren van de eigenaren van het kasteel. Al met al toch zeer de moeite waard. Alleen...hier hebben ze geen last van de buxusmot, maar van buxusschimmel. Dus er waren stukken in de tuin die er mooier uitgezien zouden kunnen hebben.


Buitenzijde Zomerverblijf.


Tuinzijde Zomerverblijf.


Tuin met Woontoren


Muur om de tuin.


Arithmetic

Tuin vanuit de Woontoren.


Woontoren van binnen.


De uitbreiding van 1604.


Poort naar de tuin met familiewapen boven de deur.

Daarna in Edzell erg lekkere warme chocoladetaart gegeten in een duur restaurant. Over kleine wegen met indrukwekkende uitzichten zijn we naar Cortachy gereden.


Vergezicht.

Daar begint een dal, genaamd Glen Clova, dat in onze gids beschreven staat als een gorge. Daar stellen wij ons een ravijn bij voor. Het was echter een redelijk smal dal, geschat zo'n 1,5 km breed tussen de heuvels, met veel natuurschoon. Na 15 mile kwamen we in het dorp Clova, waar we even pauzeerden om thee met een scone te nuttigen.


Beekje bij restaurant Glen Clova

Toen weer terug langs de andere kant van de rivier de South Esk. Even ten zuiden van Kirriemuir staan we op een camping.Vandaag een stralende dag, maar maar 9 gr C.


We reden vandaag net geen 100 km.