Vanmorgen om half 8 liep de wekker af. Het weer is bewolkt. Maar 10 graden. Na het ontbijt zijn we vertrokken, richting Fludir. Voor het eerst een stuk gravelroad gereden. Een kilometer of 10. We passeren weer de rivier Hvítá. Dezelfde rivier waar we gisteren de mooie waterval Gullfoss in hebben gezien. We rijden een flink stuk terug naar het westen, om bij Bitra op de weg nr 1 uit te komen. Dan keren we onze auto weer naar het oosten, om via Hella bij de Seljalandsfoss uit te komen. Per toeval zagen we dat er een kaartjes-automaat stond voor het parkeren. 7,-- ISK voor 24 uur. Naar de waterval gelopen. 32 meter hoog maar niet echt breed. Warner is er zelfs gedeeltelijk achterlangs gelopen, dan word je wel helemaal nat. Bij de kiosk een take out koffie gekocht en die in de auto opgedronken. Als echte Nederlanders, hebben weonze parkeerkaart doorgegeven aan nieuwkomers naast ons. Had je geen kaartje, dan kreeg je direkt een bon. Weer verder met de auto langs de de kust gereden door naar et plaatsje Skogar. Daar naar de Skógafoss toe. Die is veel breder en ook hoger. Die geeft zoveel nevel dat je zelfs op de grond voor je een regenboog krijgt. Grappig effekt. Weeg weg 1 gepakt en zo'n 30 km afgereden. Maar toen de afslag naar Dyrhólaey genomen en naar het einde toe gereden. Daar zie je in de zee een uitstekende rots met 2 doorgangen er in. Het strand is afgesloten hier, daat gebeurde te veel dodelijke ongelukken met verrassende grote golven. Het strand is zwart hier: lavazand. Zeer apart. Bij Gardar, dat je vanaf hier kunt zien, liggen 3 scherp opstaande rotsen in zee: het zijn de versteende nachttrollen, die een boot wilde redden. Weer terug naar de weg nr. 1 tot aan Vík in Mýrdal. Onderweg fot's genomen van het schiereiland waar we net waren. In Vík hebben we zelf op het zwarte strand gelopen. Dit is de meest zuidelijke plaats van IJsland. De zee is hier verradelijk, vandaar dat er veel, met name Duitse, visserstrawlers zijn vergaan. In een restaurantje nemen we fris met taart. En we lopen even een winkelcentrumpje binnen. Veel toeristische artikelen, maar ook een supermarkt. Als je daar het plaatsje uitrijdt kom je al snel op de Mýrdalssandur: een grote vlakte van lavazand, zo'n 30 bij 40 km. Allemaal van de Katla vulkaan. Een rare gewaarwording al dit zwart. Na een tijdje groeit er het bekende IJslandse mos op (dat wij met kerst kopen, voor bij onze kerststukjes). Na 40 km zijn we van weg 1 afgeweken en een stukje het binnenland ingereden, langs Hemra. Weer veel gravelroad. Maar een erg mooi stukje land hier. We volgen deze weg zo'n 15 km en komen dan weer op de 1 uit. Nu rijden we dwars door de Eldraun: lavazand en lavasteen bedekt met IJslands mos. Bij Kirkjubaejarklaustur eten we in een grillrestaurant warm. Warner kip en ik schnitzel met frietjes en een beetje salade. Na nog eens 20 km op de 1 zijn we bij ons hotel. Het is er mistig, dus weinig uitzicht en de wifi heeft het begeven. De kamer is weer wat minder dan de vorige 2. Maar goed genoeg.
Aan het begin van de dag was het 11 gr C, aan het einde 7 gr C. Aan het einde regen en mist.
Foto genomen om 23:30. Zo licht was het dus nog.
Eerste waterval
Op weg naar achter de waterval (Warner met rode broek)
Acher de waterval
Regenboog op de grond bij volgende waterval
Uitzicht vanaf de landtong
Rots met gat erin
Zeeleeuw
Zwart zand
De versteende trollen
Nog een waterval
Heel veel IJslands mos