Vanmorgen werden we later wakker dan gepland, komt ervan als je de wekker op je mobiel verkeerd zet. Eerst gedoucht, toen ontbeten en toen onderweg. Bewolkt maar droog. Later reden we weer in de zon. Eerst richting Egilsstadir, verder naar het noorden en bij Brúaras de steven richting westen gekeerd. Daar reden we het Jökulsdaler in. De rivier links van ons, soms gewoon te zien, soms in een schlucht, soms onzichtbaar. Droog en dor land daar. Indrukwekkend. Aan het einde zouden we volgens de routebeschrijving de oude weg 1 moeten nemen. Maar daar stond na 30 meter erg nadrukkelijk een bord, dat die niet geschikt was voor gewone huurauto's. Dus omgekeerd en de nieuwe weg 1 gevolgd. Die loopt over een grote hoogvlakte. Waar de oude weg weer samen komt met de nieuwe, na 50 km, zou een erg leuk oud restaurant zijn, 6 km de oude weg op. De gravelroad was daar goed te doen, dus dat wel gedaan. Het restaurantje was een plaggenhut met houten voor- en achtergevel. Van binnen alles hout. Zo sfeervol. En heerlijke koffie met zelfgebakken noten/rabarbertaart. Weer terug naar de nieuwe weg 1. Verder naar het noord-westen. Weer over hoogvlakte. Bij Grimstadir wilden we de weg 864 naar het noorden nemen. Maar daar stond na 30 meter een bord: doodlopend over 14 km. We werden er treurig van. Dus toen de 862 naar het noorden genomen: een nieuw procedé gravelroad, dat zeer goed rijdt, voor het grootste stuk. Na 13 km natuurlijk wel gestopt bij de parkeerplaats van de Dettifoss. Het was een 800m lopen naar de waterval. Deze waterval is 100m breed, met een kleine bocht erin en 44m hoog. Volgens de boeken is het het de waterval in Europa waar het meeste water per sekonde passeert met de meeste kracht. In ieder geval was het er nat, van de nevel boven de waterval. Er zijn nog 2 grote watervallen daar in de buurt, maar we hebben het bij deze ene gehouden. Warner is naar het uitzichtspunt geklommen, ik niet,maar ik heb wel de hele waterval goed gezien. Doorgereden naar Ásbyrgi, weer over een hoogvlakte, om daar weer recht naar het westen te rijden. Nu zakten we ineens in hoogte, en reden aan de delta van de Jókulsa. Steeds dichter naar de Noordelijke IJszee toe. Toen we daar bijna waren kregen we links een groot meer, Lón. Ontstaan door een aardverzakking in 1976, dus vrij recent. Over de weg 85 helemaal naar het noordelijkste puntje van dit stuk IJsland, Tjörnes. Toen weer naar het zuiden, naar Húsavik. Vroeger de grootste visservloothaven van IJsland, nu veel walvis-spot-vaarten. Daar getankt en gegeten. Warner een pepperoni pizza en ik een vis-aardappel-kaas soufflé (superlekker) met salade met paprika, komkommer en rode ui. Weer over een hoogvlakte naar het zuiden gereden. Naar Reykjalid bij Mývatn. Dat is een indrukwekkendste vulkanische gedeelte van IJsland, wat we morgen gaan beleven. Zitten in een soort blokhut hier. Kamer is 2,8x4,2 meter min de badcel+wc. Staat bovenop een "plak" gestolde lava. Zeer bijzonder. Morgen zwemmen in geothermisch zwembad. En van allerlei andere zaken bekijken. We reden vandaag 359 km, we hadden temperaturen tussen +2 en 7 graden. Veel koude wind. Soms wat motsneeuw. Bewolkt en soms weer zonnig.

Restaurant Modrudalur

Koffie met notentaart

Interieur

Langs de weg: lava

Dettifoss waterval met regenboog

Gekke plantjes

Noorderlijke IJszee

Uitleg volgende foto

Lavazand

Lava bij onze hotelkamer

Uitzicht vanuit de hotelkamer