Vertrokken na het ontbijt. Bij het ontbijt was er veel homemade, wat niet altijd tot lekkere etenswaren leidde. Maar goed, we hebben ontbeten. Een helder blauwe lucht en haast geen wolkjes. We reden westwaarts naar Lóndranger: 2 oude vulkanen, waar alleen nog maar rotspilaren van overeind staan. Vandaar doorgereden naar Djupalons, een plek met een mooie baai. Alleen daar liggen nog stukken ijzer te roesten van een Engels vrachtschip dat er voor de kust verging in 1948. 5 mensen gered, 12 verdronken. We zien de explosiekrater Hólahóla. Rijden door nog weer een lavaveld, begroeid met IJslands mos. Zien weer een vulkaan liggen, vrij geïsoleerd. Ineens zien we dat er een soort wenteltrap naast is gemaakt, er lopen mensen naar boven toe. Warner parkeert de auto bij deze vulkaan: Saxhóll. Ik zit in de zon en kijk uit op de besneeuwde vulkaantop: de hele grote Snaefellsjökull. Warner "beklimt" de Saxhóll, via 388 treden. 109 meter hoog. Het is indrukwekkend om boven te staan, vertelt hij. We rijden weer verder, langs de Amerikaanse zendmast Loran. 420 m hoog, indertijd het hoogste, door mensen, gemaakte objekt (1963) in Europa. Daarna rijden we weer oostelijk, langs de noordkust. Rif, Ólafsvik en Grundarfjödur. In het laatste plaatsje nemen we koffie. In de haven liggen 2 cruiseboten. We zien daar dat er een kerk is, met een drieluik gebrandschilderd raam, modern, dat als thema heeft -laat de kinderen tot mij komen-. We besluiten het te gaan bekijken. De kerk is mooi sfeervol van binnen, met veel licht hout. De dwarsbalken zijn streekgebonden versierd met schilderingen. Weer verder met de auto, na 25 km gaan we weer naar het zuiden. In Börgarnes nemen we eten en tanken. Inmiddels is het 4 uur in de middag. Toch rijden we ietsje terug naar het noordoosten via weg 1. Bij de rivier Hvítá gaan we weer pal naar het oosten. Daar zijn over 42 km 2 spektakulaire watervallen: de Hraunfossar en de Barnafoss. De Barnafoss is een gewone waterval in een nauw dal, dat erg slingert. Indrukwekkend, maar min of meer een normale waterval. De Hraunfossar is zeer speciaal: bij een uitbarsting van een vulkaan is er over een rivier een lavaveld komen te liggen. Maar de rivier stroomt er gewoon onderdoor. Meer dan 1km breed. Je ziet op de foto's bovenaan lava (gestold) dan begroeiing en dan ineens komt er water uit de grond, dat neerstort in de rivier Hvítá. Hierna zijn we een paar km terug gereden, naar het plaatsje Reykholt, waar we in het Fosshotel slapen. We reden 288 km vandaag. We hadden haast bijna de hele dag zon, de temperatuur schommelde tussen 10 en 15 gr C. Als het hard waaide was het eventjes maar 7 gr C.